Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aandurven (Nederlands) in het Zweeds
aandurven:
-
aandurven
Conjugations for aandurven:
o.t.t.
- durf aan
- durft aan
- durft aan
- durven aan
- durven aan
- durven aan
o.v.t.
- durfde aan
- durfde aan
- durfde aan
- durfden aan
- durfden aan
- durfden aan
v.t.t.
- heb aangedurfd
- hebt aangedurfd
- heeft aangedurfd
- hebben aangedurfd
- hebben aangedurfd
- hebben aangedurfd
v.v.t.
- had aangedurfd
- had aangedurfd
- had aangedurfd
- hadden aangedurfd
- hadden aangedurfd
- hadden aangedurfd
o.t.t.t.
- zal aandurven
- zult aandurven
- zal aandurven
- zullen aandurven
- zullen aandurven
- zullen aandurven
o.v.t.t.
- zou aandurven
- zou aandurven
- zou aandurven
- zouden aandurven
- zouden aandurven
- zouden aandurven
diversen
- durf aan!
- durft aan!
- aangedurfd
- aandurvende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor aandurven:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
våga | durven; wagen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tordas | aandurven | avonturen; durven; riskeren; wagen |
våga | aandurven | avonturen; avonturieren; durven; inzetten; riskeren; speelgeld inzetten; wagen |