Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aandrang:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aandrang (Nederlands) in het Zweeds

aandrang:

aandrang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aandrang (drang)
    insisterar; måste
  2. de aandrang (neiging; drang; aandrift; impuls; drift)
    krävande; tillmanande; ansättande

Vertaal Matrix voor aandrang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansättande aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging
insisterar aandrang; drang
krävande aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging
måste aandrang; drang moeten; must; vereiste
tillmanande aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
måste believen; moeten; willen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
måste cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; per se; vereist

Wiktionary: aandrang


Cross Translation:
FromToVia
aandrang uppmana urge — a strong desire; an itch to do something

Verwante vertalingen van aandrang