Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Duitser:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Duitser (Nederlands) in het Zweeds

Duitser:

Duitser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de Duitser (Westgermaan; Teutoon)
    tysk
    • tysk [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Duitser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tysk Duitser; Teutoon; Westgermaan Duits
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tysk duits

Verwante woorden van "Duitser":


Wiktionary: Duitser


Cross Translation:
FromToVia
Duitser tysk; tyska German — translations to be checked and sorted into the above tables
Duitser tysk Deutscher — Staatsbürger von Deutschland