Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. geadopteerd:
  2. adopteren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geadopteerd (Nederlands) in het Zweeds

geadopteerd:

geadopteerd bijvoeglijk naamwoord

  1. geadopteerd (aangenomen)
    upptagen; upptaget; antaget; adoptiv-

Vertaal Matrix voor geadopteerd:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
upptagen aangenomen; geadopteerd bezet; doende; druk; drukbezet; gebonden; niet vrij; onledig; opgeraapt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adoptiv- aangenomen; geadopteerd
antaget aangenomen; geadopteerd vermeend; verondersteld
upptaget aangenomen; geadopteerd bezet; doende; druk; drukbezet; gebonden; niet vrij; onledig; opgeraapt

Wiktionary: geadopteerd


Cross Translation:
FromToVia
geadopteerd adoptiv adoptifqui a été adopter.

geadopteerd vorm van adopteren:

adopteren werkwoord (adopteer, adopteert, adopteerde, adopteerden, geadopteerd)

  1. adopteren (aannemen)
    adoptera; uppta
    • adoptera werkwoord (adopterar, adopterade, adopterat)
    • uppta werkwoord (upptar, upptog, upptagit)

Conjugations for adopteren:

o.t.t.
  1. adopteer
  2. adopteert
  3. adopteert
  4. adopteren
  5. adopteren
  6. adopteren
o.v.t.
  1. adopteerde
  2. adopteerde
  3. adopteerde
  4. adopteerden
  5. adopteerden
  6. adopteerden
v.t.t.
  1. heb geadopteerd
  2. hebt geadopteerd
  3. heeft geadopteerd
  4. hebben geadopteerd
  5. hebben geadopteerd
  6. hebben geadopteerd
v.v.t.
  1. had geadopteerd
  2. had geadopteerd
  3. had geadopteerd
  4. hadden geadopteerd
  5. hadden geadopteerd
  6. hadden geadopteerd
o.t.t.t.
  1. zal adopteren
  2. zult adopteren
  3. zal adopteren
  4. zullen adopteren
  5. zullen adopteren
  6. zullen adopteren
o.v.t.t.
  1. zou adopteren
  2. zou adopteren
  3. zou adopteren
  4. zouden adopteren
  5. zouden adopteren
  6. zouden adopteren
diversen
  1. adopteer!
  2. adopteert!
  3. geadopteerd
  4. adopterende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

adopteren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. adopteren (adoptie; aanneming)
    adoption

Vertaal Matrix voor adopteren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adoption aannemen; aanneming; adopteren; adoptie adoptie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adoptera aannemen; adopteren
uppta aannemen; adopteren inspreken; opnemen
- aannemen

Synoniemen voor "adopteren":


Verwante definities voor "adopteren":

  1. als kind opnemen in het gezin1
    • ze kunnen zelf geen kinderen krijgen, ze willen een kind adopteren1

Wiktionary: adopteren


Cross Translation:
FromToVia
adopteren adoptera adopt — to take by choice into relationship, as, child, heir, friend, citizen
adopteren adoptera adoptieren — jemanden als Kind annehmen
adopteren adoptera; tacka ja till; kora adopterchoisir quelqu’un pour fils ou pour fille et lui en donner les droits civils en remplir certaines conditions prescrire par la loi.