Nederlands
Uitgebreide vertaling voor doorbreken (Nederlands) in het Zweeds
doorbreken:
-
doorbreken
Conjugations for doorbreken:
o.t.t.
- breek door
- breekt door
- breekt door
- breken door
- breken door
- breken door
o.v.t.
- brak door
- brak door
- brak door
- braken door
- braken door
- braken door
v.t.t.
- heb doorgebroken
- hebt doorgebroken
- heeft doorgebroken
- hebben doorgebroken
- hebben doorgebroken
- hebben doorgebroken
v.v.t.
- had doorgebroken
- had doorgebroken
- had doorgebroken
- hadden doorgebroken
- hadden doorgebroken
- hadden doorgebroken
o.t.t.t.
- zal doorbreken
- zult doorbreken
- zal doorbreken
- zullen doorbreken
- zullen doorbreken
- zullen doorbreken
o.v.t.t.
- zou doorbreken
- zou doorbreken
- zou doorbreken
- zouden doorbreken
- zouden doorbreken
- zouden doorbreken
en verder
- ben doorgebroken
- bent doorgebroken
- is doorgebroken
- zijn doorgebroken
- zijn doorgebroken
- zijn doorgebroken
diversen
- breek door!
- breekt door!
- doorgebroken
- doorbrekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
doorbreken (doorbreking; doorbraak)
genombrist-
genombrist zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor doorbreken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
genombrist | doorbraak; doorbreken; doorbreking | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bryta igenom | doorbreken |