Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tonen (Nederlands) in het Zweeds
tonen:
-
tonen (etaleren; tentoonstellen; uitstallen)
-
tonen (exposeren; vertonen; tentoonstellen)
-
tonen (presenteren; voorleggen; laten zien; offreren; aanbieden)
visa; sätta fram för visning-
sätta fram för visning werkwoord (sätter fram för visning, satte fram för visning, satt fram för visning)
-
tonen (tentoonstellen; vertonen; exposeren; voor ogen brengen)
-
tonen (laten zien; presenteren; vertonen)
Conjugations for tonen:
o.t.t.
- toon
- toont
- toont
- tonen
- tonen
- tonen
o.v.t.
- toonde
- toonde
- toonde
- toonden
- toonden
- toonden
v.t.t.
- heb getoond
- hebt getoond
- heeft getoond
- hebben getoond
- hebben getoond
- hebben getoond
v.v.t.
- had getoond
- had getoond
- had getoond
- hadden getoond
- hadden getoond
- hadden getoond
o.t.t.t.
- zal tonen
- zult tonen
- zal tonen
- zullen tonen
- zullen tonen
- zullen tonen
o.v.t.t.
- zou tonen
- zou tonen
- zou tonen
- zouden tonen
- zouden tonen
- zouden tonen
en verder
- ben getoond
- bent getoond
- is getoond
- zijn getoond
- zijn getoond
- zijn getoond
diversen
- toon!
- toont!
- getoond
- tonend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het tonen (voordoen)
Vertaal Matrix voor tonen:
Verwante woorden van "tonen":
Antoniemen van "tonen":
Verwante definities voor "tonen":
Wiktionary: tonen
tonen
Cross Translation:
verb
-
laten zien
- tonen → visa
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tonen | → visa | ↔ show — display |
• tonen | → peka; visa | ↔ zeigen — di(transitiv): jemanden etwas sehen lassen |
• tonen | → uppvisa; utpeka; kora | ↔ désigner — Traduction à trier |
• tonen | → uppvisa; utpeka | ↔ indiquer — montrer, désigner une personne ou une chose. |
• tonen | → uppvisa | ↔ montrer — faire voir ; exposer aux regards. |
tonen vorm van ton:
Vertaal Matrix voor ton:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fat | bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat | bassin; bekken; theeschoteltje; waterbekken |
hink | bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat | schepemmers |
Verwante woorden van "ton":
Verwante definities voor "ton":
Wiktionary: ton
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ton | → tunna | ↔ barrel — round vessel made from staves bound with a hoop |
• ton | → ton | ↔ metric ton — unit of mass equal to 1000 kilograms |
• ton | → ton | ↔ ton — unit of weight |
• ton | → fat; så; tunna | ↔ tonneau — Grand récipient de bois, de forme à peu près cylindrique, mais renfler dans son milieu, à fonds plats, qui est fait de planches ou douves arquer, maintenues par des cercles de fer, et qui sert à contenir des liquides ou certaines autres [[marchandi |