Nederlands

Uitgebreide vertaling voor roekeloos (Nederlands) in het Zweeds

roekeloos:

roekeloos bijvoeglijk naamwoord

  1. roekeloos (baldadig)
    hänsynslös; hänsynslöst
  2. roekeloos (vermetel; overmoedig; doldriest; lichtzinnig; waaghalzig)
    vågande
  3. roekeloos
    obetänksam; våghalsig
  4. roekeloos (waaghalzig; overmoedig; vermetel; halsbrekend)
    dumdristig person; våghalsig; friskusigt; våghalsigt
  5. roekeloos (onnadenkend; onbedachtzaam; onvoorzichtig; lichtzinnig)
    oomtänksam; tanklöst; oomtänksamt

Vertaal Matrix voor roekeloos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hänsynslös onbeheerstheid; onbesuisdheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dumdristig person halsbrekend; overmoedig; roekeloos; vermetel; waaghalzig
friskusigt halsbrekend; overmoedig; roekeloos; vermetel; waaghalzig
hänsynslös baldadig; roekeloos meedogenloos; nietsontziend; onattent; wreed
hänsynslöst baldadig; roekeloos meedogenloos; nietsontziend; onattent; wreed
obetänksam roekeloos lichthoofdig; lichtzinnig; onbezonnen; ondoordacht; overhaast; overijld; voorbarig
oomtänksam lichtzinnig; onbedachtzaam; onnadenkend; onvoorzichtig; roekeloos onbedacht
oomtänksamt lichtzinnig; onbedachtzaam; onnadenkend; onvoorzichtig; roekeloos onbedacht
tanklöst lichtzinnig; onbedachtzaam; onnadenkend; onvoorzichtig; roekeloos absent; achteloos; afwezig; gedachteloos; lichthoofdig; lichtzinnig; nonchalant; onattent; onbedacht; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; onoverdacht; onwillekeurig; werktuiglijk; zonder erbij na te denken
vågande doldriest; lichtzinnig; overmoedig; roekeloos; vermetel; waaghalzig gedurfd; gewaagd; pikant
våghalsig halsbrekend; overmoedig; roekeloos; vermetel; waaghalzig onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend
våghalsigt halsbrekend; overmoedig; roekeloos; vermetel; waaghalzig onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend

Verwante woorden van "roekeloos":


Wiktionary: roekeloos


Cross Translation:
FromToVia
roekeloos dumdristig foolhardy — hotheaded
roekeloos obetänksam reckless — careless or heedless; headstrong or rash
roekeloos vårdslös; lättsinnig reckless — indifferent to danger or the consequences