Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. oprollen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oprollen (Nederlands) in het Zweeds

oprollen:

oprollen werkwoord (rol op, rolt op, rolde op, rolden op, opgerold)

  1. oprollen (opstropen)
    rulla upp
    • rulla upp werkwoord (rullar upp, rullade upp, rullat upp)

Conjugations for oprollen:

o.t.t.
  1. rol op
  2. rolt op
  3. rolt op
  4. rollen op
  5. rollen op
  6. rollen op
o.v.t.
  1. rolde op
  2. rolde op
  3. rolde op
  4. rolden op
  5. rolden op
  6. rolden op
v.t.t.
  1. heb opgerold
  2. hebt opgerold
  3. heeft opgerold
  4. hebben opgerold
  5. hebben opgerold
  6. hebben opgerold
v.v.t.
  1. had opgerold
  2. had opgerold
  3. had opgerold
  4. hadden opgerold
  5. hadden opgerold
  6. hadden opgerold
o.t.t.t.
  1. zal oprollen
  2. zult oprollen
  3. zal oprollen
  4. zullen oprollen
  5. zullen oprollen
  6. zullen oprollen
o.v.t.t.
  1. zou oprollen
  2. zou oprollen
  3. zou oprollen
  4. zouden oprollen
  5. zouden oprollen
  6. zouden oprollen
en verder
  1. ben opgerold
  2. bent opgrold
  3. is opgerold
  4. zijn opgerold
  5. zijn opgerold
  6. zijn opgerold
diversen
  1. rol op!
  2. rolt op!
  3. opgerold
  4. oprollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor oprollen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rulla upp oprollen; opstropen

Verwante definities voor "oprollen":

  1. er een rol van maken1
    • ik rolde de strook papier op1
  2. opheffen door iedereen gevangen te nemen1
    • de politie rolde de drugsbende op1

Wiktionary: oprollen


Cross Translation:
FromToVia
oprollen rulla; rulla ihop roll — to wrap round on itself
oprollen rulla; rulla upp roll — to bind or involve by winding