Nederlands
Uitgebreide vertaling voor advent (Nederlands) in het Zweeds
advent:
-
de advent
Vertaal Matrix voor advent:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ankomst | advent | aankomst; binnenkomst; comparatie; entree; intocht; intrede; komst; overkomst; verschijning; verschijningsvorm |
tillkomst | advent |
Wiktionary: advent
advent
Cross Translation:
noun
-
een periode van vier weken voor Kerstmis
2. de tijd waarin de komst en wederkomst van Jezus Christus worden verwacht
- advent → advent
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• advent | → advent | ↔ Advent — Beginn des christlichen Jahreskreises mit der Vorbereitung auf Weihnachten |
• advent | → advent | ↔ Avent — (christianisme) temps pendant lequel les catholiques se préparent, à célébrer la fête de Noël. |