Nederlands
Uitgebreide vertaling voor besluiten (Nederlands) in het Zweeds
besluiten:
-
besluiten (beslissen)
Conjugations for besluiten:
o.t.t.
- besluit
- besluit
- besluit
- besluiten
- besluiten
- besluiten
o.v.t.
- besloot
- besloot
- besloot
- besloten
- besloten
- besloten
v.t.t.
- heb besloten
- hebt besloten
- heeft besloten
- hebben besloten
- hebben besloten
- hebben besloten
v.v.t.
- had besloten
- had besloten
- had besloten
- hadden besloten
- hadden besloten
- hadden besloten
o.t.t.t.
- zal besluiten
- zult besluiten
- zal besluiten
- zullen besluiten
- zullen besluiten
- zullen besluiten
o.v.t.t.
- zou besluiten
- zou besluiten
- zou besluiten
- zouden besluiten
- zouden besluiten
- zouden besluiten
diversen
- besluit!
- besluit!
- besloten
- besluitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het besluiten (raadsbesluit; besluit)
statsfullmäktigebeslut-
statsfullmäktigebeslut zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor besluiten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
statsfullmäktigebeslut | besluit; besluiten; raadsbesluit | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
besluta | beslissen; besluiten | |
bestämma | beslissen; besluiten | afbakenen; afkondigen; afpalen; afzetten; begrenzen; bepalen; bestemmen; decreteren; definiëren; determineren; omlijnen; omschrijven; plaats toekennen; plaatsen; uitstippelen; uitvaardigen; uitzetten; vaststellen |
komma till en ände | beslissen; besluiten | |
- | bepalen; beslissen; opheffen; uitmaken; vaststellen |
Synoniemen voor "besluiten":
Antoniemen van "besluiten":
Verwante definities voor "besluiten":
Wiktionary: besluiten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• besluiten | → besluta | ↔ decide — to resolve or settle |
• besluiten | → besluta; resolvera | ↔ resolve — make a firm decision |
• besluiten | → besluta; bestämma | ↔ entscheiden — einen Entschluss fassen, sich entschließen |
• besluiten | → upphöra; fullborda; ända | ↔ cesser — Discontinuer, arrêter, finir, interrompre, terminer. |
• besluiten | → besluta | ↔ décider — résoudre après examen une chose douteux et contester. |
• besluiten | → sluta; fullborda; ända | ↔ finir — achever, terminer, arriver à échéance, cesser, finaliser. |
• besluiten | → fullborda; ända | ↔ terminer — borner, limiter. |
Computer vertaling door derden: