Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanzienlijk (Nederlands) in het Zweeds

aanzienlijk:

aanzienlijk bijvoeglijk naamwoord

  1. aanzienlijk (aanmerkelijk; substantieel; behoorlijk; beduidend)
    betydligt; avsevärt; betydlig; betydande; avsevärd; väsentligt; ansenligt
  2. aanzienlijk (beduidend; behoorlijk; enorm; )
    enorm; stort; betydande; beaktansvärt; ansenligt; betydandet; beaktansvärd; enormt
  3. aanzienlijk (indrukwekkend; majestueus; deftig; )
    ansenlig; majestätisk; ansenligt; majestätiskt
  4. aanzienlijk (gedistingeerd; beroemd; voornaam; )
    distingerat; ansett; högt uppsatt; framstående
  5. aanzienlijk (vorstelijk; royaal)
    furstligt; furstlig

Vertaal Matrix voor aanzienlijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
framstående voorbedachtheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- belangrijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansenlig aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk behoorlijk; danig; duchtig; eerbiedwekkend; indrukwekkend
ansenligt aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; deftig; enorm; fier; flink; fors; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; substantieel; trots; vorstelijk dik; eerbiedwekkend; indrukwekkend; lijvig; vet; zwaar van lijf
ansett aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
avsevärd aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel behoorlijk; danig; duchtig
avsevärt aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel
beaktansvärd aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors
beaktansvärt aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors
betydande aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; substantieel belangrijk; belangrijke; van belang
betydandet aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors belangrijk; betekenisvol; van belang; veelbetekenend; veelzeggend
betydlig aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel
betydligt aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel
distingerat aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
enorm aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors angstwekkend; enorm; enorm groot; enorme; gapend; geducht; gigantisch; groot; groots; heel erg; heel groot; hoog gegroeid; hoog gerezen; immens; imponerend; imposant; in zeer hoge mate; indrukwekkend; kolossaal; onafzienbaar; onmetelijk; onnoembaar; onoverzienbaar; ontzaglijk; ontzagwekkend; reusachtig; reuze; titanisch; vervaarlijk; vreeswekkend; zeer groot
enormt aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors angstwekkend; enorm; enorm groot; enorme; gapend; geducht; geweldig; gigantisch; groot; groots; heel erg; heel groot; hoog gegroeid; hoog gerezen; huizehoog; immens; imponerend; imposant; in zeer hoge mate; indrukwekkend; kolossaal; onafzienbaar; onmetelijk; onnoembaar; onoverzienbaar; ontiegelijk; ontzaglijk; ontzagwekkend; ontzettend groot; reusachtig; reuze; titanisch; vervaarlijk; vreeswekkend; zeer groot
framstående aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam befaamd; deftig; eruitspringend; geacht; gedistingeerd; hooggeplaatst; hooggezeten; onafgelost; opvallend; prominent; uitsteken; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
furstlig aanzienlijk; royaal; vorstelijk aristocratisch; koninklijk; vorstelijk
furstligt aanzienlijk; royaal; vorstelijk aristocratisch; koninklijk; prinsheerlijk; vorstelijk
högt uppsatt aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
majestätisk aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk leeuwachtig
majestätiskt aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk leeuwachtig
stort aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors breed; dik; fantastisch; flink; fors; geweldig; grandioos; groot; groots; grootschalig; hooggespannen; lang; lijvig; magnifiek; omvangrijk; ontzettend groot; potig; reuze; schitterend; stevig; uit de kluiten gewassen; uitnemend; uitstekend; vet; volumineus; voortreffelijk; zwaar van lijf
väsentligt aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk

Verwante woorden van "aanzienlijk":

  • aanzienlijkheid, aanzienlijker, aanzienlijkere, aanzienlijkst, aanzienlijkste, aanzienlijke

Synoniemen voor "aanzienlijk":


Antoniemen van "aanzienlijk":


Verwante definities voor "aanzienlijk":

  1. behoorlijk groot of veel1
    • Jan heeft een aanzienlijk bedrag op zijn rekening1

Wiktionary: aanzienlijk


Cross Translation:
FromToVia
aanzienlijk betydande; ansenlig erklecklich — geh.|: in erheblichem Maße (an Wert), in erheblicher Menge (an Zahl); ziemlich groß, ziemlich viel
aanzienlijk ansenlig; stor considérable — Qui attirer la considération par l’autorité, l’influence morale ou sociale.
aanzienlijk myndig; viktig majeur — Plus grand ; plus important.

Computer vertaling door derden: