Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sluis:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sluis (Nederlands) in het Zweeds

sluis:

sluis [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de sluis (schutsluisje; sas; verlaat)
    sluss
    • sluss [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sluis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sluss sas; schutsluisje; sluis; verlaat inlaatsluis; schutsluis

Verwante woorden van "sluis":


Wiktionary: sluis

sluis
noun
  1. scheepvaart|nld een kunstwerk om water te keren en mogelijk ook om schepen door te laten, op een plaats tussen twee waters met een verschillend waterpeil.

Cross Translation:
FromToVia
sluis sluss lock — segment of a canal
sluis sluss écluseclôture en forme de bassin, faite de terre, de pierre, de bois ou de toute autre matière dans un port, sur une rivière, sur un canal, etc., ayant une ou plusieurs portes qui se lever et se baisser ou qui s’ouvrent et se fermer, pou

Computer vertaling door derden: