Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. excerperen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor excerperen (Nederlands) in het Zweeds

excerperen:

excerperen werkwoord (excerpeer, excerpeert, excerpeerde, excerpeerden, geëxcerpeerd)

  1. excerperen (een uittreksel maken; samenvatten)
    göra ett utdrag från; utdra
    • göra ett utdrag från werkwoord (gör ett utdrag från, gjorde ett utdrag från, gjort ett utdrag från)
    • utdra werkwoord (utdrar, utdrog, utdragit)

Conjugations for excerperen:

o.t.t.
  1. excerpeer
  2. excerpeert
  3. excerpeert
  4. excerperen
  5. excerperen
  6. excerperen
o.v.t.
  1. excerpeerde
  2. excerpeerde
  3. excerpeerde
  4. excerpeerden
  5. excerpeerden
  6. excerpeerden
v.t.t.
  1. heb geëxcerpeerd
  2. hebt geëxcerpeerd
  3. heeft geëxcerpeerd
  4. hebben geëxcerpeerd
  5. hebben geëxcerpeerd
  6. hebben geëxcerpeerd
v.v.t.
  1. had geëxcerpeerd
  2. had geëxcerpeerd
  3. had geëxcerpeerd
  4. hadden geëxcerpeerd
  5. hadden geëxcerpeerd
  6. hadden geëxcerpeerd
o.t.t.t.
  1. zal excerperen
  2. zult excerperen
  3. zal excerperen
  4. zullen excerperen
  5. zullen excerperen
  6. zullen excerperen
o.v.t.t.
  1. zou excerperen
  2. zou excerperen
  3. zou excerperen
  4. zouden excerperen
  5. zouden excerperen
  6. zouden excerperen
en verder
  1. ben geëxcerpeerd
  2. bent geëxcerpeerd
  3. is geëxcerpeerd
  4. zijn geëxcerpeerd
  5. zijn geëxcerpeerd
  6. zijn geëxcerpeerd
diversen
  1. excerpeer!
  2. excerpeert!
  3. geëxcerpeerd
  4. excerperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor excerperen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
göra ett utdrag från een uittreksel maken; excerperen; samenvatten
utdra een uittreksel maken; excerperen; samenvatten

Wiktionary: excerperen


Cross Translation:
FromToVia
excerperen sammanfatta epitomize — make an epitome
excerperen förkorta; sammandraga; sammanfatta abrégerrendre plus court.
excerperen sammanfatta résumerresserrer et rendre en peu de paroles ce qu’il y a de plus important dans une discussion, dans un discours, dans un argument.