Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. standaard:
  2. Standaard:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor standaard (Nederlands) in het Zweeds

standaard:

standaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de standaard (norm; maatstaf)
    standard; norm
    • standard [-en] zelfstandig naamwoord
    • norm [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de standaard
    standard
  3. de standaard (norm)
    standard; stöd
    • standard [-en] zelfstandig naamwoord
    • stöd [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. de standaard (vaandel; vlag; banier; vendel; vaan)
    flagga
    • flagga [-en] zelfstandig naamwoord

standaard bijwoord

  1. standaard

Vertaal Matrix voor standaard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flagga banier; standaard; vaan; vaandel; vendel; vlag markering; ruitertje; vlag
norm maatstaf; norm; standaard maatstaf; toetssteen
standard maatstaf; norm; standaard norm
stöd norm; standaard assistentie; houvast; kost; medewerking; onderhoud; onderhoudsgeld; ondersteuning; ruggensteun; rugsteun; schoor; schraag; schraagpijler; steun; steuntje; stut; support; voedsel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flagga markeren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
som standard standaard

Verwante woorden van "standaard":

  • standaarden, standaards

Wiktionary: standaard


Cross Translation:
FromToVia
standaard standar banner — principal standard of a knight
standaard standar; flagg; flagga drapeaupièce d’étoffe qu’on attacher à une espèce de lance, de manière qu’elle pouvoir se déployer et flotter au vent, et qui sert à donner un signal, à indiquer un point de ralliement, à distinguer la nation ou le groupement d’individus qui l’[
standaard standar étendarddrapeau, en particulier militaire et terrestre cf|pavillon|lang=fr pour la marine.

Standaard:

Standaard

  1. Standaard

Vertaal Matrix voor Standaard:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Medelstor Standaard

Verwante vertalingen van standaard