Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kruier:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kruier (Nederlands) in het Zweeds

kruier:

kruier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kruier (bagagedrager; drager; sjouwer)
    bärare
    • bärare [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kruier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bärare bagagedrager; drager; kruier; sjouwer brenger; draagstel; hulpjes; loopjongens; toonder; vrachtvaarder

Verwante woorden van "kruier":

  • kruiers

Wiktionary: kruier


Cross Translation:
FromToVia
kruier bärare; överbringare; innehavare porteur — Celui, celle dont le métier ordinaire est de porter quelque chose.