Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. venter:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor venter (Nederlands) in het Zweeds

venter:

venter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de venter (marskramer)
    gårdfarihandlare; kolportör; gatuförsäljare
  2. de venter (colporteur)
    gatuförsäljare; gatuhandlare

Vertaal Matrix voor venter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gatuförsäljare colporteur; marskramer; venter kramer; rommelaar; straathandelaar; straathandelaren; straatventer; straatverkoper
gatuhandlare colporteur; venter scharrelaar; straatventer; straatventers; straatverkoper; venters
gårdfarihandlare marskramer; venter
kolportör marskramer; venter

Verwante woorden van "venter":


Wiktionary: venter


Cross Translation:
FromToVia
venter krämare; nasare; hälare; säljare peddler — hawker