Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overeindkomen (Nederlands) in het Zweeds
overeind komen:
overeind komen werkwoord (kom overeind, komt overeind, kwam overeind, kwamen overeind, overeind gekomen)
-
overeind komen
Conjugations for overeind komen:
o.t.t.
- kom overeind
- komt overeind
- komt overeind
- komen overeind
- komen overeind
- komen overeind
o.v.t.
- kwam overeind
- kwam overeind
- kwam overeind
- kwamen overeind
- kwamen overeind
- kwamen overeind
v.t.t.
- ben overeind gekomen
- bent overeind gekomen
- is overeind gekomen
- zijn overeind gekomen
- zijn overeind gekomen
- zijn overeind gekomen
v.v.t.
- was overeind gekomen
- was overeind gekomen
- was overeind gekomen
- waren overeind gekomen
- waren overeind gekomen
- waren overeind gekomen
o.t.t.t.
- zal overeind komen
- zult overeind komen
- zal overeind komen
- zullen overeind komen
- zullen overeind komen
- zullen overeind komen
o.v.t.t.
- zou overeind komen
- zou overeind komen
- zou overeind komen
- zouden overeind komen
- zouden overeind komen
- zouden overeind komen
diversen
- kom overeind!
- komt overeind!
- overeind gekomen
- overeind komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor overeind komen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
komma på benen | overeind komen | |
resa på sig | overeind komen |
Wiktionary: overeindkomen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overeindkomen | → stiga upp | ↔ aufstehen — Hilfsverb sein: sich vom Nachtlager (Bett) erheben |
• overeindkomen | → stiga upp; resa sig | ↔ aufstehen — Hilfsverb sein: sich von seinem Sitz erheben |
• overeindkomen | → resa sig | ↔ erheben — reflexiv: im Sinne von aufstehen |