Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. oom:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. oöm:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oom (Nederlands) in het Zweeds

oom:

oom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de oom
    morbror; farbror
    • morbror [-en] zelfstandig naamwoord
    • farbror [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor oom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
farbror oom
morbror oom

Verwante woorden van "oom":

  • ooms, oompje, oompjes

Verwante definities voor "oom":

  1. broer of zwager van je vader of moeder1
    • mijn oom Gerard is de broer van mijn moeder1

Wiktionary: oom

oom
noun
  1. broer of zwager van iemands vader of moeder

Cross Translation:
FromToVia
oom onkel; svåger; mor; ingift; morbror maternal uncle — brother of one's mother
oom farbror; onkel; far; svåger; ingift paternal uncle — brother of one's father
oom onkel; farbror; far; svåger; ingift; morbror; mor uncle — brother (or brother-in-law) of someone’s parent
oom morbror; onkel; farbror Onkel — 1. Grades: Bruder von Mutter oder Vater
oom farbror; farbroder; morbroder; morbror oncle — fami|fr frère ou beau-frère du père ou de la mère.

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor oom (Zweeds) in het Nederlands

oöm:

oöm bijvoeglijk naamwoord

  1. oöm (tjockhudat; oömt)
    dikhuidig

Vertaal Matrix voor oöm:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dikhuidig oöm; oömt; tjockhudat

Synoniemen voor "oöm":


Computer vertaling door derden: