Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gestaag:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gestaag (Nederlands) in het Zweeds

gestaag:

gestaag bijvoeglijk naamwoord

  1. gestaag (gelijkmatig)
    fast; stadig
    • fast bijvoeglijk naamwoord
    • stadig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gestaag:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fast abstineren; vasten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fast gelijkmatig; gestaag degelijk; hecht; solide; stevig
stadig gelijkmatig; gestaag corpulent; degelijk; dik; gezet; lijvig; solide; stabiel; stevig; zwaarlijvig

Verwante woorden van "gestaag":

  • gestage

Wiktionary: gestaag


Cross Translation:
FromToVia
gestaag varaktig; beständig; stabil; stadig beständig — anhaltend, gleichbleibend
gestaag kontinuerlig kontinuierlichstetig, über einen langen Zeitraum fortlaufend