Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Zoek: weren

Nederlandse en Zweedse zoekresultaten voor: weren

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

weren:
- förhindra; parera; avvärja; försvara
- försvarande
weer:
- väder
- en gång till; återigen; tillbaka
- vädret
Wiktionary:
- weren → kräkas, spy, neka, vägra, tacka nej till
- weer → väder
- weer → å nyo, på nytt, åter, ånyo, igen, väder, hammel, kastrerad bagge, försvar, värn

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor weren (Nederlands) in het Zweeds

weren:

weren werkwoord (weer, weert, weerde, weerden, geweerd)

weren (afhouden)
förhindra
- förhindra werkwoord (förhindrar, förhindrade, förhindrat)
weren (pareren; afweren)
parera; avvärja
- parera werkwoord (parerar, parerade, parerat)
- avvärja werkwoord (avvärjer, avvärjde, avvärjt)
weren (verdedigen; verweren; afweren)
försvara
- försvara werkwoord (försvarar, försvarade, försvarat)

Conjugations for weren:

o.t.t.

weer
weert
weert
weren
weren
weren

o.v.t.

weerde
weerde
weerde
weerden
weerden
weerden

v.t.t.

heb geweerd
hebt geweerd
heeft geweerd
hebben geweerd
hebben geweerd
hebben geweerd

v.v.t.

had geweerd
had geweerd
had geweerd
hadden geweerd
hadden geweerd
hadden geweerd

o.t.t.t.

zal weren
zult weren
zal weren
zullen weren
zullen weren
zullen weren

o.v.t.t.

zou weren
zou weren
zou weren
zouden weren
zouden weren
zouden weren

diversen

weer!
weert!
geweerd
werend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

weren [het ~] zelfstandig naamwoord

het weren (verdedigen; afweren; verweren)
försvarande
- försvarande zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor weren:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
förhindra		belemmeren; beperken; preventie
försvarande	afweren; verdedigen; verweren; weren
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avvärja	afweren; pareren; weren	afhouden; terughouden
förhindra	afhouden; weren	belemmeren; beletten; hinderen; onmogelijk maken; storen; verhinderen; voorkomen; voorkómen
försvara	afweren; verdedigen; verweren; weren
parera	afweren; pareren; weren	afhouden; terughouden

Verwante woorden van "weren":

weer

Wiktionary: weren

Cross Translation:

From	To	Via
• weren	→ kräkas; spy; neka; vägra; tacka nej till	↔ rejeter — Traductions à trier suivant le sens

weren vorm van weer:

weer

weer
väder
- väder

weer bijwoord

weer (nogmaals; andermaal; opnieuw; wederom)
en gång till
- en gång till bijvoeglijk naamwoord
weer (opnieuw)
återigen; en gång till
- återigen bijvoeglijk naamwoord
- en gång till bijvoeglijk naamwoord
weer (weerom; weder)
tillbaka
- tillbaka bijvoeglijk naamwoord

weer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de weer (weersgesteldheid; weersomstandigheden; klimaat)
vädret
- vädret zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor weer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vädret	klimaat; weer; weersgesteldheid; weersomstandigheden
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	nog
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
en gång till		nog een keer; nog eens
väder	weer
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
en gång till	andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer
tillbaka	weder; weer; weerom	achteren
återigen	opnieuw; weer

Verwante woorden van "weer":

weren, weertje, weertjes

Synoniemen voor "weer":

nog

Verwante definities voor "weer":

opnieuw¹
- je hebt weer een koekje gepakt!¹
temperatuur, bewolking, neerslag en wind¹
- het is mooi weer vandaag¹

Wiktionary: weer

weer

noun

de atmosferische omstandigheden
- weer → väder

Cross Translation:

From	To	Via
• weer	→ å nyo; på nytt; åter; ånyo; igen	↔ again — another time
• weer	→ väder	↔ weather — state of the atmosphere
• weer	→ hammel; kastrerad bagge	↔ wether — castrated buck goat
• weer	→ väder	↔ Wetter — Bezeichnet den aktuellen Zustand des Klimas.
• weer	→ försvar; värn	↔ défense — Action de défendre
• weer	→ väder	↔ temps — Disposition de l’air, état de l’atmosphère

Computer vertaling door derden:

¹Muiswerk Woordenboek