Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bod:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bod:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bod (Nederlands) in het Zweeds

bod:

bod [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bod
    bud
    • bud [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. het bod (voorstel; motie; propositie; voorstel doen)
    förslag; erbjudande; anbud

Vertaal Matrix voor bod:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anbud bod; motie; propositie; voorstel; voorstel doen aanbesteding; offerte; prijsopgave
bud bod boodschapper; hulpjes; ijlbode; koerier; loopjongens; renbode; toonder; vrachtvaarder
erbjudande bod; motie; propositie; voorstel; voorstel doen aanbieding; koopje
förslag bod; motie; propositie; voorstel; voorstel doen offerte; prijsopgave; projectvoorstel; proposities; verzoek; voorstel; voorstellen; wijzer

Verwante woorden van "bod":

  • boden

Wiktionary: bod


Cross Translation:
FromToVia
bod bud bid — offer at an auction
bod bud; erbjudande offer — proposal
bod offert offer — law: invitation to enter binding contract
bod bud offer — something put forth
bod bud GebotKaufangebot bei einer Auktion
bod anbud; förslag; offert offreaction d’offrir.

Verwante vertalingen van bod



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bod (Zweeds) in het Nederlands

bod:

bod [-en] zelfstandig naamwoord

  1. bod (skjul)
    het afdak; de luifel
    • afdak [het ~] zelfstandig naamwoord
    • luifel [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. bod (butik; affär)
    de winkelruimte

Vertaal Matrix voor bod:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdak bod; skjul
luifel bod; skjul
winkelruimte affär; bod; butik

Synoniemen voor "bod":