Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. toucheren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toucheren (Nederlands) in het Zweeds

toucheren:

toucheren werkwoord (toucheer, toucheert, toucheerde, toucheerden, getoucheerd)

  1. toucheren
    beröra; röra; vidröra; snudda vid; nå upp till; mäta sig med
    • beröra werkwoord (berör, berörde, berört)
    • röra werkwoord (rör, rörde, rört)
    • vidröra werkwoord (vidrör, vidrörde, vidrört)
    • snudda vid werkwoord (snuddar vid, snuddade vid, snuddat vid)
    • nå upp till werkwoord (når upp till, nådde upp till, nått upp till)
    • mäta sig med werkwoord (mäter sig med, mått sig med, mätt sig med)

Conjugations for toucheren:

o.t.t.
  1. toucheer
  2. toucheert
  3. toucheert
  4. toucheren
  5. toucheren
  6. toucheren
o.v.t.
  1. toucheerde
  2. toucheerde
  3. toucheerde
  4. toucheerden
  5. toucheerden
  6. toucheerden
v.t.t.
  1. heb getoucheerd
  2. hebt getoucheerd
  3. heeft getoucheerd
  4. hebben getoucheerd
  5. hebben getoucheerd
  6. hebben getoucheerd
v.v.t.
  1. had getoucheerd
  2. had getoucheerd
  3. had getoucheerd
  4. hadden getoucheerd
  5. hadden getoucheerd
  6. hadden getoucheerd
o.t.t.t.
  1. zal toucheren
  2. zult toucheren
  3. zal toucheren
  4. zullen toucheren
  5. zullen toucheren
  6. zullen toucheren
o.v.t.t.
  1. zou toucheren
  2. zou toucheren
  3. zou toucheren
  4. zouden toucheren
  5. zouden toucheren
  6. zouden toucheren
en verder
  1. ben getoucheerd
  2. bent getoucheerd
  3. is getoucheerd
  4. zijn getoucheerd
  5. zijn getoucheerd
  6. zijn getoucheerd
diversen
  1. toucheer!
  2. toucheert!
  3. getoucheerd
  4. toucherend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor toucheren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
röra afdankertjes; allegaartje; bende; berg; bocht; geflikflooi; geklieder; gemier; gerotzooi; gezeur; hoop; hutspot; kliederboel; kliederen; knoeierij; mengelmoes; mengvoer; mikmak; opeenhoping; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenraapsel; smerig spul; troep; zooi; zootje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beröra toucheren aangaan; aanraken; aanroeren; aanstippen; belang inboezemen; beroeren; betreffen; even aanraken; raken; treffen; voelen; zorg inboezemen
mäta sig med toucheren
nå upp till toucheren
röra toucheren aangaan; aanraken; aanroeren; aanstippen; aanstoken; belang inboezemen; beroeren; betreffen; bewegen; even aanraken; gaan; mixen; ontroeren; oppoken; opstoken; raken; roeren; rondroeren; slaan op; treffen; verroeren; voelen; zich begeven; zich bewegen; zich verplaatsen; zitten aan; zorg inboezemen
snudda vid toucheren bonzen; luiden; schampen
vidröra toucheren aanraken; betasten; bevoelen; lichtjes aanraken; voelen

Wiktionary: toucheren


Cross Translation:
FromToVia
toucheren hälsa; anamma; bekomma; ; undfå; tacka ja till accueillir — Traductions à trier suivant le sens
toucheren anamma; bekomma; ; undfå; tacka ja till recevoiraccepter, prendre ce qui donner, ce qui présenter, ce qui offrir sans qu’il devoir.