Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stijl:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stijl (Nederlands) in het Zweeds

stijl:

stijl [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stijl (tralie; spijl)
    stång; ribba; bjälke
    • stång [-en] zelfstandig naamwoord
    • ribba [-en] zelfstandig naamwoord
    • bjälke [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de stijl (levensstijl; leefwijze; manier van leven; levenswijze)
    livs stil
  3. de stijl

Vertaal Matrix voor stijl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bjälke spijl; stijl; tralie balk; kruishout; ritshout
livs stil leefwijze; levensstijl; levenswijze; manier van leven; stijl
ribba spijl; stijl; tralie doellat
stång spijl; stijl; tralie baton; dwarsbalk; dwarshout; mast; paal; pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; staf; stang; stok; tablet; tuchtroede
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
format stijl bestandsindeling; opmaak
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
format geleerd; geschoold; onderwezen

Verwante woorden van "stijl":

  • stijlen

Verwante definities voor "stijl":

  1. de manier waarop het gedaan is1
    • de inhoud van de brief is duidelijk, maar de stijl is slecht1

Wiktionary: stijl


Cross Translation:
FromToVia
stijl utseende look — physical appearance
stijl stil style — manner of doing things
stijl påle; stör poteaupièce de bois de charpente, posée debout.
stijl stil style — (botanique) filament reliant l’ovaire au stigmate, au centre de la fleur.

Verwante vertalingen van stijl