Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- benadrukken:
-
Wiktionary:
- benadrukken → betona, accentuera, understryka, framhäva
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor benadrukken (Nederlands) in het Zweeds
benadrukken:
-
benadrukken (beklemtonen; betonen)
framhäva; betona; poängtera; uttrycka med eftertryck; trycka på-
uttrycka med eftertryck werkwoord (uttrycker med eftertryck, uttryckte med eftertryck, uttryckt med eftertryck)
-
benadrukken (accentueren)
Conjugations for benadrukken:
o.t.t.
- benadruk
- benadrukt
- benadrukt
- benadrukken
- benadrukken
- benadrukken
o.v.t.
- benadrukte
- benadrukte
- benadrukte
- benadrukten
- benadrukten
- benadrukten
v.t.t.
- heb benadrukt
- hebt benadrukt
- heeft benadrukt
- hebben benadrukt
- hebben benadrukt
- hebben benadrukt
v.v.t.
- had benadrukt
- had benadrukt
- had benadrukt
- hadden benadrukt
- hadden benadrukt
- hadden benadrukt
o.t.t.t.
- zal benadrukken
- zult benadrukken
- zal benadrukken
- zullen benadrukken
- zullen benadrukken
- zullen benadrukken
o.v.t.t.
- zou benadrukken
- zou benadrukken
- zou benadrukken
- zouden benadrukken
- zouden benadrukken
- zouden benadrukken
diversen
- benadruk!
- benadrukt!
- benadrukt
- benadrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor benadrukken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
trycka på | forceren; opdringen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
betona | beklemtonen; benadrukken; betonen | onderstrepen |
framhäva | accentueren; beklemtonen; benadrukken; betonen | afdwingen; dwingen; forceren; staan |
poängtera | accentueren; beklemtonen; benadrukken; betonen | spitsen |
starkt betona | accentueren; benadrukken | |
trycka på | beklemtonen; benadrukken; betonen | drukken op; inprenten; jachten; jakkeren; op het hart drukken; overdrukken; reppen; spoeden |
uttrycka med eftertryck | beklemtonen; benadrukken; betonen |
Wiktionary: benadrukken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• benadrukken | → betona; accentuera | ↔ accentuate — to bring out distinctly |
• benadrukken | → understryka; betona | ↔ emphasize — stress |
• benadrukken | → accentuera | ↔ akzentuieren — (transitiv): etwas stark betonen, deutlich hervorheben; einen Akzent setzen |
• benadrukken | → betona; accentuera | ↔ betonen — (transitiv) besonders hervorheben |
• benadrukken | → betona | ↔ betonen — (transitiv) mit Nachdruck sagen, feststellen |
• benadrukken | → accentuera | ↔ accentuer — marquer d’un accent. |
• benadrukken | → understryka | ↔ souligner — Tirer une ligne |
• benadrukken | → framhäva; betona | ↔ souligner — Signaler à l'attention |