Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
absurd
|
absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend
|
ongerijmd
|
absurt
|
absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend
|
ongerijmd
|
fånig
|
absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend
|
achterlijk; oubollig
|
fånigt
|
absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend
|
achterlijk; onzinnig; oubollig
|
gulligt
|
geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig
|
allerliefst; dottig; enig; lief; schattig; snoezig; vertederend
|
löjlig
|
absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend
|
ongerijmd; ridicuul
|
löjligt
|
absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend
|
ongerijmd; ridicuul
|
söt
|
geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig
|
bevallig; knap; mooi; schoon; suikerachtig; suikerig; welgemaakt; zoet; zoetsmakend
|
sött
|
geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig
|
bevallig; elegant; gracieus; knap; lieflijk; mooi; schoon; sierlijk; suikerachtig; suikerig; welgemaakt; zoet; zoetig; zoetsmakend
|