Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zoemen (Nederlands) in het Zweeds
zoemen:
Conjugations for zoemen:
o.t.t.
- zoem
- zoemt
- zoemt
- zoemen
- zoemen
- zoemen
o.v.t.
- zoemde
- zoemde
- zoemde
- zoemden
- zoemden
- zoemden
v.t.t.
- heb gezoemd
- hebt gezoemd
- heeft gezoemd
- hebben gezoemd
- hebben gezoemd
- hebben gezoemd
v.v.t.
- had gezoemd
- had gezoemd
- had gezoemd
- hadden gezoemd
- hadden gezoemd
- hadden gezoemd
o.t.t.t.
- zal zoemen
- zult zoemen
- zal zoemen
- zullen zoemen
- zullen zoemen
- zullen zoemen
o.v.t.t.
- zou zoemen
- zou zoemen
- zou zoemen
- zouden zoemen
- zouden zoemen
- zouden zoemen
diversen
- zoem!
- zoemt!
- gezoemd
- zoemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor zoemen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
surra | gehum; geneurie | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mummla | brommen; zoemen | |
sorla | brommen; zoemen | ruisen |
surra | brommen; gonzen; zoemen | dreinen; drenzen; dwingend huilen; jengelen; roezemoezen; vastbinden; vastsjorren; zoeven |
Wiktionary: zoemen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zoemen | → surra; ina | ↔ buzz — to make a low, humming or sibilant sound |
• zoemen | → surra | ↔ bourdonner — À trier |
• zoemen | → spinna | ↔ ronronner — faire entendre les ronrons, émettre un ronflement sourd et continu, en parlant d'un chat ou d'un félin, qui exprime en général son contentement. |