Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
berett
|
bereidvaardig; gewillig
|
bedacht; gewapend; voorbereid
|
flexibelt
|
gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
|
buigbaar; buigzaam; flexibel; soepel
|
foglig
|
gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
|
berustend; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gelaten; kneedbaar; lijdelijk; lijdzaam; meegaand; onderworpen; plooibaar; volgzaam; vormbaar; vouwbaar; willig
|
fogligt
|
gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
|
berustend; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gelaten; kneedbaar; lijdelijk; lijdzaam; meegaand; onderworpen; plooibaar; volgzaam; vormbaar; vouwbaar; willig
|
följsam
|
gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
|
|
följsamt
|
gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
|
dienstbaar; dienstwillig; willig
|
villig
|
bereidvaardig; gewillig
|
bereid; bereidvaardig; bereidwillig; dolgraag; genegen; volgaarne; welwillend
|
villigt
|
bereidvaardig; gewillig
|
bereid; bereidvaardig; bereidwillig; genegen; welwillend
|