Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
-
huiswerk:
-
Wiktionary:
huiswerk → hemuppgift, hemläxa, läxa, jobb, arbete
-
Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor huiswerk (Nederlands) in het Zweeds
huiswerk: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- huis: hus; byggnad; boplats; hem; bostad; boning; residens
- werk: arbete; jobb; mästerverk; sammlade arbeten; lönarbete
- Werk: Arbete
- huizen: härbärgera; inkvartera
huiswerk:
Vertaal Matrix voor huiswerk:
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | huishoudelijk werk; schoolwerk |
Verwante woorden van "huiswerk":
Verwante definities voor "huiswerk":
Wiktionary: huiswerk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• huiswerk | → hemuppgift; hemläxa; läxa | ↔ homework — work that is done at home |
• huiswerk | → hemläxa | ↔ homework — preliminary or preparatory work |
• huiswerk | → läxa; hemuppgift | ↔ Hausaufgabe — Aufgabe, welche Lehrer Schülern aufgeben und in der Regel zu Hause gemacht werden sollen |
• huiswerk | → jobb; arbete | ↔ Arbeit — Verhältnis, bei dem man eine Tätigkeit gegen Geld verrichtet |