Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. geul:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geul (Nederlands) in het Zweeds

geul:

geul [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de geul (vaargeul)
    kanal; dike; farväg
    • kanal [-en] zelfstandig naamwoord
    • dike [-ett] zelfstandig naamwoord
    • farväg zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor geul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dike geul; vaargeul afsluitdijk; dam; dijk; gleuf; greppel; langwerpige uitholling; opening; sleuf; sloot
farväg geul; vaargeul
kanal geul; vaargeul communicatiekanaal; gracht; kanaal; vaart

Verwante woorden van "geul":

  • geulen, geultje, geultjes

Wiktionary: geul


Cross Translation:
FromToVia
geul fåra; dagsverke; fält; spår; rynka sillontranchée que le soc, le coutre de la charrue ouvre dans la terre qu’on laboure.