Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schelen (Nederlands) in het Zweeds
schelen:
-
het schelen (verschillen)
-
schelen (verschil maken; verschillen)
Conjugations for schelen:
o.t.t.
- scheel
- scheelt
- scheelt
- schelen
- schelen
- schelen
o.v.t.
- scheelde
- scheelde
- scheelde
- scheelden
- scheelden
- scheelden
v.t.t.
- heb gescheeld
- hebt gescheeld
- heeft gescheeld
- hebben gescheeld
- hebben gescheeld
- hebben gescheeld
v.v.t.
- had gescheeld
- had gescheeld
- had gescheeld
- hadden gescheeld
- hadden gescheeld
- hadden gescheeld
o.t.t.t.
- zal schelen
- zult schelen
- zal schelen
- zullen schelen
- zullen schelen
- zullen schelen
o.v.t.t.
- zou schelen
- zou schelen
- zou schelen
- zouden schelen
- zouden schelen
- zouden schelen
en verder
- ben gescheeld
- bent gescheeld
- is gescheeld
- zijn gescheeld
- zijn gescheeld
- zijn gescheeld
diversen
- scheel!
- scheelt!
- gescheeld
- schelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor schelen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avvikelse | schelen; verschillen | afwijking; afwijkingen; uitweiding; uitwijking |
differentiering | schelen; verschillen | differentiatie; diversificatie |
skillnad | schelen; verschillen | deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; onderscheid; verschil; verschillendheid; voornaamheid; welgemanierdheid |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avvika | schelen; verschil maken; verschillen | afdwalen; afwijken; uitweiden; verschillen |
skilja sig åt | schelen; verschil maken; verschillen | |
vara olik | schelen; verschil maken; verschillen | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avvikelse | afgeweken |
Verwante woorden van "schelen":
Verwante definities voor "schelen":
schelen vorm van schel:
-
de schel (bel)
Vertaal Matrix voor schel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dörrklocka | bel; schel | deurbel; huisbel; schellen |
klocka | bel; schel | systeemklok |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klocka | de tijd opnemen; klokken; timen | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
genomträngande | hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend | doordringend; indringend; penetrant; schel klinkend; scherp; scherpklinkend |
gäll | hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend | |
gällt | hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend | doordringend; indringend; schel klinkend; scherp; scherpklinkend |
skarpt | hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend | bijdehand; fel; gehaaid; gescherpt; gevat; gewiekst; hanig; kien; messcherp; met een scherp oog; nauwlettend; pienter; pikant; pinnig; puntig; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; scherpklinkend; slim; snedig; snibbig; spits; uitgekookt; uitgeslapen; verlekkerd; vinnig; vlijmend |
Verwante woorden van "schel":
Wiktionary: schel
Cross Translation: