Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor plooien (Nederlands) in het Zweeds
plooien:
-
plooien
Conjugations for plooien:
o.t.t.
- plooi
- plooit
- plooit
- plooien
- plooien
- plooien
o.v.t.
- plooide
- plooide
- plooide
- plooiden
- plooiden
- plooiden
v.t.t.
- ben geplooid
- bent geplooid
- is geplooid
- zijn geplooid
- zijn geplooid
- zijn geplooid
v.v.t.
- was geplooid
- was geplooid
- was geplooid
- waren geplooid
- waren geplooid
- waren geplooid
o.t.t.t.
- zal plooien
- zult plooien
- zal plooien
- zullen plooien
- zullen plooien
- zullen plooien
o.v.t.t.
- zou plooien
- zou plooien
- zou plooien
- zouden plooien
- zouden plooien
- zouden plooien
diversen
- plooi!
- plooit!
- geplooid
- plooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor plooien:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vicka | plooien |
Verwante woorden van "plooien":
Wiktionary: plooien
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• plooien | → böja | ↔ bend — to cause to shape into a curve |
• plooien | → böja; krokna | ↔ bend — to become curved |
• plooien | → kröka; böja | ↔ curve — bend, crook |
• plooien | → vika | ↔ fold — make the proper arrangement (in a thin material) by bending |
• plooien | → vecka; vika; rynka | ↔ falten — umbiegen und zusammenlegen |
• plooien | → knäppa | ↔ falten — verschränken |
• plooien | → vecka | ↔ plier — Mettre en double... (sens général) |
plooien vorm van plooi:
-
de plooi (plooiing)
Vertaal Matrix voor plooi:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skrynkla | plooi; plooiing | kreukel; valse vouw |
veck | plooi; plooiing | kreukel; valse vouw |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skrynkla | kreuken; opfrommelen; rimpelen |