Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. moker:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. möker:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor moker (Nederlands) in het Zweeds

moker:

moker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de moker (voorhamer; breekhamer)
    slägga
    • slägga [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor moker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slägga breekhamer; moker; voorhamer breekhamers; hamerwerpen; kogelslingeren; mokers; slechthamers; vlakhamers; voorhamers; vuisthamers

Verwante woorden van "moker":


Wiktionary: moker


Cross Translation:
FromToVia
moker hop; mängd masseamas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor moker (Zweeds) in het Nederlands

möker:

möker zelfstandig naamwoord

  1. möker (helvete)
    de hel; de duisternis
    • hel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • duisternis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor möker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duisternis helvete; möker dunkel; mörker
hel helvete; möker
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hel bländande; stark; starkt