Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hop:
  2. hoppen:
  3. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hop:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hop (Nederlands) in het Zweeds

hop:

hop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hop (bierhop)
    skutt; hopp
    • skutt [-ett] zelfstandig naamwoord
    • hopp [-ett] zelfstandig naamwoord

hop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hop

Vertaal Matrix voor hop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hopp bierhop; hop afwachting; hoop; sprongen; verwachting
skutt bierhop; hop
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
humle hop

Verwante woorden van "hop":


Wiktionary: hop


Cross Translation:
FromToVia
hop humle HopfenBotanik: der echte Hopfen, eine 5 m hohe Kletterpflanze, dient als Bitterstoff-Erzeuger in der Bierbrauerei
hop härfågel WiedehopfOrnithologie: höhlenbrütender Vogel mit langem Schnabel und großer Federhaube

hop vorm van hoppen:

hoppen werkwoord (hop, hopt, hopte, hopten, gehopt)

  1. hoppen
    hoppa; skutta
    • hoppa werkwoord (hoppar, hoppade, hoppat)
    • skutta werkwoord (skuttar, skuttade, skuttat)

Conjugations for hoppen:

o.t.t.
  1. hop
  2. hopt
  3. hopt
  4. hoppen
  5. hoppen
  6. hoppen
o.v.t.
  1. hopte
  2. hopte
  3. hopte
  4. hopten
  5. hopten
  6. hopten
v.t.t.
  1. ben gehopt
  2. bent gehopt
  3. is gehopt
  4. zijn gehopt
  5. zijn gehopt
  6. zijn gehopt
v.v.t.
  1. was gehopt
  2. was gehopt
  3. was gehopt
  4. waren gehopt
  5. waren gehopt
  6. waren gehopt
o.t.t.t.
  1. zal hoppen
  2. zult hoppen
  3. zal hoppen
  4. zullen hoppen
  5. zullen hoppen
  6. zullen hoppen
o.v.t.t.
  1. zou hoppen
  2. zou hoppen
  3. zou hoppen
  4. zouden hoppen
  5. zouden hoppen
  6. zouden hoppen
diversen
  1. hop!
  2. hopt!
  3. gehopt
  4. hoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hoppen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoppa sprongetje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoppa hoppen bokspringen; een sprongetje maken; hinkelen; hinken; springen; touwtjespringen
skutta hoppen dartelen; hollen; huppelen; racen; rennen

Verwante woorden van "hoppen":


Wiktionary: hoppen


Cross Translation:
FromToVia
hoppen hoppa; skutta skip — To move by hopping on alternate feet



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hop (Zweeds) in het Nederlands

hop:

hop [-en] zelfstandig naamwoord

  1. hop (folkmassa; folksamling)
    de menigte; de massa; de drom; de mensenmassa; de troep
    • menigte [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • drom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mensenmassa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. hop (pöbel)
    achterbuurtvolk

Vertaal Matrix voor hop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterbuurtvolk hop; pöbel
drom folkmassa; folksamling; hop bunt; flock; grupp; gäng; hord; massa
massa folkmassa; folksamling; hop ansamling; bunt; en stor del; flock; folkmassa; grupp; gäng; hord; massa; massor; mycket; vimmel
menigte folkmassa; folksamling; hop bunt; folkmassa; gäng; hord; massa; vimmel
mensenmassa folkmassa; folksamling; hop
troep folkmassa; folksamling; hop bråte; flock; grupp; gäng; hord; ihop blandat; ihop sättning; massa; oreda; röra

Synoniemen voor "hop":


Wiktionary: hop


Cross Translation:
FromToVia
hop massa; moker; smeedhamer; smidshamer; voorhamer; boel; drom; hoop; menigte; schare; stapel; tas; troep masseamas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.
hop nep pacotille — (histoire) marine|fr Les marchandises, qu’il permettre à ceux qui s’embarquaient sur un vaisseau, comme officiers, matelots, gens de l’équipage ou passagers, d’emporter avec eux, afin d’en faire commerce pour leur propre compte.
hop hoop; berg tas — Multitude de gens amassés ensemble.