Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- hop:
- hoppen:
- Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hop (Nederlands) in het Zweeds
hop:
-
de hop (bierhop)
Vertaal Matrix voor hop:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hopp | bierhop; hop | afwachting; hoop; sprongen; verwachting |
skutt | bierhop; hop | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
humle | hop |
Verwante woorden van "hop":
Wiktionary: hop
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hop | → humle | ↔ Hopfen — Botanik: der echte Hopfen, eine 5 m hohe Kletterpflanze, dient als Bitterstoff-Erzeuger in der Bierbrauerei |
• hop | → härfågel | ↔ Wiedehopf — Ornithologie: höhlenbrütender Vogel mit langem Schnabel und großer Federhaube |
hop vorm van hoppen:
-
hoppen
Conjugations for hoppen:
o.t.t.
- hop
- hopt
- hopt
- hoppen
- hoppen
- hoppen
o.v.t.
- hopte
- hopte
- hopte
- hopten
- hopten
- hopten
v.t.t.
- ben gehopt
- bent gehopt
- is gehopt
- zijn gehopt
- zijn gehopt
- zijn gehopt
v.v.t.
- was gehopt
- was gehopt
- was gehopt
- waren gehopt
- waren gehopt
- waren gehopt
o.t.t.t.
- zal hoppen
- zult hoppen
- zal hoppen
- zullen hoppen
- zullen hoppen
- zullen hoppen
o.v.t.t.
- zou hoppen
- zou hoppen
- zou hoppen
- zouden hoppen
- zouden hoppen
- zouden hoppen
diversen
- hop!
- hopt!
- gehopt
- hoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor hoppen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hoppa | sprongetje | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hoppa | hoppen | bokspringen; een sprongetje maken; hinkelen; hinken; springen; touwtjespringen |
skutta | hoppen | dartelen; hollen; huppelen; racen; rennen |
Verwante woorden van "hoppen":
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor hop (Zweeds) in het Nederlands
hop:
-
hop (folkmassa; folksamling)
-
hop (pöbel)
Vertaal Matrix voor hop:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
achterbuurtvolk | hop; pöbel | |
drom | folkmassa; folksamling; hop | bunt; flock; grupp; gäng; hord; massa |
massa | folkmassa; folksamling; hop | ansamling; bunt; en stor del; flock; folkmassa; grupp; gäng; hord; massa; massor; mycket; vimmel |
menigte | folkmassa; folksamling; hop | bunt; folkmassa; gäng; hord; massa; vimmel |
mensenmassa | folkmassa; folksamling; hop | |
troep | folkmassa; folksamling; hop | bråte; flock; grupp; gäng; hord; ihop blandat; ihop sättning; massa; oreda; röra |
Synoniemen voor "hop":
Wiktionary: hop
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hop | → massa; moker; smeedhamer; smidshamer; voorhamer; boel; drom; hoop; menigte; schare; stapel; tas; troep | ↔ masse — amas de plusieurs parties qui faire corps ensemble. |
• hop | → nep | ↔ pacotille — (histoire) marine|fr Les marchandises, qu’il permettre à ceux qui s’embarquaient sur un vaisseau, comme officiers, matelots, gens de l’équipage ou passagers, d’emporter avec eux, afin d’en faire commerce pour leur propre compte. |
• hop | → hoop; berg | ↔ tas — Multitude de gens amassés ensemble. |