Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. grot:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gröt:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grot (Nederlands) in het Zweeds

grot:

grot [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de grot (spelonk; hol)
    grotta; håla; jordkula
    • grotta [-en] zelfstandig naamwoord
    • håla [-en] zelfstandig naamwoord
    • jordkula zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grotta grot; hol; spelonk
håla grot; hol; spelonk gewrichtsholte; gewrichtskom; hok; hol; hol van een dier; hut; hutje; kom; leger; nest; schuilplaats
jordkula grot; hol; spelonk

Verwante woorden van "grot":

  • grotten, groten

Wiktionary: grot


Cross Translation:
FromToVia
grot grotta cave — large, naturally occurring cavity formed underground
grot grotta cavern — large cave
grot grotta grottecavité plus ou moins profonde, dans un rocher, dans une montagne naturelle ou faite de main d’homme.



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor grot (Zweeds) in het Nederlands

gröt:

gröt [-en] zelfstandig naamwoord

  1. gröt
    de pap
    • pap [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. gröt
    de brij; het papje
    • brij [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • papje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gröt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brij gröt
pap gröt
papje gröt

Wiktionary: gröt

gröt
noun
  1. gepelde gerst

Verwante vertalingen van grot