Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. blijgeestig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor blijgeestig (Nederlands) in het Zweeds

blijgeestig:

blijgeestig bijvoeglijk naamwoord

  1. blijgeestig (vrolijk; blijmoedig; levendig; )
    muntert; munter

Vertaal Matrix voor blijgeestig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
munter opgewektheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
munter blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig bengelachtig; blijmoedig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; opgewekt; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; vrolijk
muntert blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig bengelachtig; blijmoedig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; opgetogen; opgewekt; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; vrolijk

Verwante woorden van "blijgeestig":

  • blijgeestigheid, blijgeestige

Wiktionary: blijgeestig


Cross Translation:
FromToVia
blijgeestig glad; kry joyeux — Qui a de la joie, qui remplir de joie.

Computer vertaling door derden: