Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. buigzaam:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buigzaam (Nederlands) in het Zweeds

buigzaam:

buigzaam bijvoeglijk naamwoord

  1. buigzaam (flexibel; meegaand; soepel)
    böjligt; smidig; mjukt; smidigt; eftergivlig; eftergivligt
  2. buigzaam
    anpassningsbar; anpassningsbart; flexibelt

Vertaal Matrix voor buigzaam:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smidig buigzaam; flexibel; meegaand; soepel aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; probleemloos; smeuïg; toegankelijk; toeschietelijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smidigt buigzaam; flexibel; meegaand; soepel aanspreekbaar; benaderbaar; elastisch; gemakkelijk; genaakbaar; lenig; rekbaar; smeuïg; soepel; toegankelijk; toeschietelijk; veerkrachtig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anpassningsbar buigzaam
anpassningsbart buigzaam
böjligt buigzaam; flexibel; meegaand; soepel aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; lenig; plooibaar; soepel; toegankelijk; toeschietelijk; vouwbaar
eftergivlig buigzaam; flexibel; meegaand; soepel
eftergivligt buigzaam; flexibel; meegaand; soepel
flexibelt buigzaam buigbaar; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
mjukt buigzaam; flexibel; meegaand; soepel donzen; lenig; murw; plooibaar; rimpelloos; soepel; vouwbaar; zacht; zacht aanvoelend

Verwante woorden van "buigzaam":


Wiktionary: buigzaam


Cross Translation:
FromToVia
buigzaam smidig; elastisk souple — Qui est flexible, qui se plier aisément sans se rompre, sans s’abîmer.

Computer vertaling door derden: