Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. noors:
  2. Noors:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Noors (Nederlands) in het Zweeds

noors:

noors bijvoeglijk naamwoord

  1. noors
    norsk
    • norsk bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor noors:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
norsk noors Noors

Noors:

Noors bijvoeglijk naamwoord

  1. Noors
    norsk; norskt
    • norsk bijvoeglijk naamwoord
    • norskt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor Noors:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
norsk Noors noors
norskt Noors

Verwante woorden van "Noors":

  • Noorse

Wiktionary: Noors

Noors
noun
  1. de taal die wordt gesproken in Noorwegen
adjective
  1. betreffende Noorwegen en/of het Noors

Cross Translation:
FromToVia
Noors norska Norwegian — language of Norway
Noors norsk Norwegian — of or pertaining to Norway
Noors norsk Norwegian — of or pertaining to Norwegians
Noors norsk Norwegian — of or pertaining to the Norwegian language
Noors norska Norwegischnordgermanische (skandinavische) Sprache, die in Norwegen Amtssprache ist und von 5 Millionen Norwegern gesprochen wird; es gibt mehrere Varianten: Bokmål, Nynorsk (Neunorwegisch), Riksmål
Noors norsk norwegischnicht steigerbar: zur Sprache Norwegisch gehörig
Noors norsk norwegisch — zu Norwegen gehörig
Noors norsk norwegisch — zum Volk der Norweger gehörig
Noors norsk norvégien — Relatif à la Norvège, à ses habitants et à leur culture.