Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tros:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tros (Nederlands) in het Zweeds

tros:

tros [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tros
    trossa
    • trossa zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tros:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trossa tros

Verwante woorden van "tros":

  • trossen

Wiktionary: tros

tros
noun
  1. een scheepskabel

Cross Translation:
FromToVia
tros kabel; tross cable — heavy rope or chain as used for mooring
tros kabel câble — arts|fr gros cordage formé de l’assemblage de plusieurs torons de chanvre, d’aloès, d’acier, etc.
tros tåg; järnvägståg train — ferro|fr convoi ferroviaire constitué d’au moins une locomotive et de wagons. note S’emploie, plus rarement, en astronautique et dans les transports routiers.