Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- uitmaken:
-
Wiktionary:
- uitmaken → bestå av, strunta i, ge fan i, skita i, strunt samma, kvittar lika, det kvittar, skit samma, inte bry sig, upphöra, fullborda, ända, besluta, sluta, arbeställa, utplåna, släcka, dra ifrån
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitmaken (Nederlands) in het Zweeds
uitmaken:
-
uitmaken (uitschakelen; uitzetten; afzetten; uitdoen)
-
uitmaken (uit elkaar gaan)
Conjugations for uitmaken:
o.t.t.
- maak uit
- maakt uit
- maakt uit
- maken uit
- maken uit
- maken uit
o.v.t.
- maakte uit
- maakte uit
- maakte uit
- maakten uit
- maakten uit
- maakten uit
v.t.t.
- heb uitgemaakt
- hebt uitgemaakt
- heeft uitgemaakt
- hebben uitgemaakt
- hebben uitgemaakt
- hebben uitgemaakt
v.v.t.
- had uitgemaakt
- had uitgemaakt
- had uitgemaakt
- hadden uitgemaakt
- hadden uitgemaakt
- hadden uitgemaakt
o.t.t.t.
- zal uitmaken
- zult uitmaken
- zal uitmaken
- zullen uitmaken
- zullen uitmaken
- zullen uitmaken
o.v.t.t.
- zou uitmaken
- zou uitmaken
- zou uitmaken
- zouden uitmaken
- zouden uitmaken
- zouden uitmaken
en verder
- ben uitgemaakt
- bent uitgemaakt
- is uitgemaakt
- zijn uitgemaakt
- zijn uitgemaakt
- zijn uitgemaakt
diversen
- maak uit!
- maakt uit!
- uitgemaakt
- uitmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor uitmaken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skiljas | uit elkaar gaan; uitmaken | scheiden; uit elkaar gaan; uiteengaan; van elkaar gaan |
släcka | afzetten; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten | blussen; doven; lessen; smoren; stillen; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitdraaien |
stänga av | afzetten; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten | op non-actief stellen; toedraaien; uitrangeren; uitschakelen |
- | bepalen; beslissen; besluiten; vaststellen |
Synoniemen voor "uitmaken":
Antoniemen van "uitmaken":
Verwante definities voor "uitmaken":
Wiktionary: uitmaken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitmaken | → bestå av | ↔ comprise — compose |
• uitmaken | → strunta i; ge fan i; skita i | ↔ give a damn — to be concerned about, to care about |
• uitmaken | → strunt samma; kvittar lika; det kvittar; skit samma | ↔ never mind — it is not important |
• uitmaken | → inte bry sig | ↔ never mind — do not be concerned (about someone or something, or about doing something) |
• uitmaken | → upphöra; fullborda; ända | ↔ cesser — Discontinuer, arrêter, finir, interrompre, terminer. |
• uitmaken | → besluta | ↔ décider — résoudre après examen une chose douteux et contester. |
• uitmaken | → sluta; fullborda; ända | ↔ finir — achever, terminer, arriver à échéance, cesser, finaliser. |
• uitmaken | → arbeställa; utplåna | ↔ supprimer — Traductions à trier suivant le sens |
• uitmaken | → fullborda; ända | ↔ terminer — borner, limiter. |
• uitmaken | → släcka | ↔ éteindre — cesser l’ignition d’une chose. |
• uitmaken | → dra ifrån | ↔ ôter — tirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux. |