Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor punt (Nederlands) in het Zweeds
punt:
-
de punt (issue; kwestie)
-
de punt (beoordelingscijfer)
Vertaal Matrix voor punt:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
angelägenhet | issue; kwestie; punt | aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; urgentie; zaak |
betyg | beoordelingscijfer; punt | rapportcijfer |
betygsgrad | beoordelingscijfer; punt | rapportcijfer |
fråga | issue; kwestie; punt | interpellatie; query; substantie; vraag |
resultat | issue; kwestie; punt | afloop; consequentie; effect; effecten; gevolg; ontknopingen; pandbrieven; resultaat; resultante; uitkomst; uitkomsten; uitvloeisel; voortvloeisel; winsten |
sak | issue; kwestie; punt | aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; oorzaak; substantie; zaak |
utgang | issue; kwestie; punt | |
ämne | issue; kwestie; punt | onderdaan; onderwerp; onderwerpen; thema; thema's |
- | plaats; plek | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fråga | afvragen; bidden; navragen; onderzoeken; smeken; speuren; verwonderen; verzoeken; vorsen; vraag stellen; vragen | |
peka | aanwijzen; spitsen; wijzen naar | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
peka | punt |
Verwante woorden van "punt":
Synoniemen voor "punt":
Verwante definities voor "punt":
Wiktionary: punt
punt
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• punt | → fläck; prick | ↔ dot — small spot or mark |
• punt | → punkt | ↔ dot — decimal point |
• punt | → punkt | ↔ dot — punctuation mark |
• punt | → punkt | ↔ dot — morse code symbol |
• punt | → punkt | ↔ full stop — The punctuation mark “.” |
• punt | → mål | ↔ goal — point(s) scored |
• punt | → punkt | ↔ period — punctation mark “.” |
• punt | → punkt; plats | ↔ point — location or place |
• punt | → punkt | ↔ point — geometry: zero-dimensional object |
• punt | → punkt | ↔ point — full stop |
• punt | → poäng | ↔ point — unit of scoring in a game or competition |
• punt | → spets | ↔ point — sharp tip |
• punt | → spets; klo; led; udd | ↔ prong — thin, pointed, projecting part |
• punt | → punkt | ↔ stop — punctuation symbol |
• punt | → tand | ↔ tine — prong |
• punt | → spets | ↔ tip — extreme end of something |
• punt | → spets; topp | ↔ Spitze — der oberste, schmal zulaufende Teil eines Gegenstandes oder einer Formation |
• punt | → ände; ända; slut | ↔ bout — partie extrême d’une chose. |