Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- dichtbij:
-
Wiktionary:
- dichtbij → nära, i närheten, när
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor dichtbij (Nederlands) in het Zweeds
dichtbij:
-
dichtbij (nabijgelegen; in de buurt; vlakbij; nabij)
– op een kleine afstand 1i närheten-
i närheten bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor dichtbij:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
i närheten | dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij | hier in de buurt; hieromtrent; in de omtrek |
Verwante woorden van "dichtbij":
Antoniemen van "dichtbij":
Verwante definities voor "dichtbij":
Wiktionary: dichtbij
Computer vertaling door derden: