Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Zoek: bal

Nederlandse en Zweedse zoekresultaten voor: bal

Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bal:
  2. ballen:
  3. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bal:
  2. bål:
  3. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bal (Nederlands) in het Zweeds

bal:

bal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bal (voetbal)
    – rond voorwerp voor spel en sport 1
    boll
    • boll [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de bal (bol wol)
    boll; ullboll
    • boll [-en] zelfstandig naamwoord
    • ullboll zelfstandig naamwoord

bal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bal (dansfeest)
    bal; dans
    • bal [-en] zelfstandig naamwoord
    • dans [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het bal (galabal; gala)
    galabal

Vertaal Matrix voor bal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bal bal; dansfeest baal; gala; groot bal; pak
boll bal; bol wol; voetbal bol; bolletje; globe; kloot
dans bal; dansfeest dans; dansje; pump
galabal bal; gala; galabal
ullboll bal; bol wol

Verwante woorden van "bal":


Synoniemen voor "bal":


Verwante definities voor "bal":

  1. rond voorwerp voor spel en sport1
    • de kinderen speelden met een bal1
  2. wat bol en rond is1
    • wie wil er een bal gehakt?1
  3. lichaamsdeel vlakbij de penis van de man, waarin zaad gemaakt wordt1
    • hij kreeg een schop tegen zijn ballen1

Wiktionary: bal

Cross Translation:
FromToVia
• bal → klot; boll; kula ↔ ball — object, generally spherical, used for playing games
• bal → kula; balle ↔ ball — testicle
• bal → bal ↔ ball — formal dance
• bal → bal ↔ bal — réunion, assemblée où l’on danser.

bal vorm van ballen:

ballen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de ballen (bollen)
    bollar; glober
  2. de ballen (testikels; kloten)
    bollarna; testiklar

ballen werkwoord (bal, balt, balde, balden, gebald)

  1. ballen (bal spelen)
    spela boll
    • spela boll werkwoord (spelar boll, spelade boll, spelat boll)

Conjugations for ballen:

o.t.t.
  1. bal
  2. balt
  3. balt
  4. ballen
  5. ballen
  6. ballen
o.v.t.
  1. balde
  2. balde
  3. balde
  4. balden
  5. balden
  6. balden
v.t.t.
  1. heb gebald
  2. hebt gebald
  3. heeft gebald
  4. hebben gebald
  5. hebben gebald
  6. hebben gebald
v.v.t.
  1. had gebald
  2. had gebald
  3. had gebald
  4. hadden gebald
  5. hadden gebald
  6. hadden gebald
o.t.t.t.
  1. zal ballen
  2. zult ballen
  3. zal ballen
  4. zullen ballen
  5. zullen ballen
  6. zullen ballen
o.v.t.t.
  1. zou ballen
  2. zou ballen
  3. zou ballen
  4. zouden ballen
  5. zouden ballen
  6. zouden ballen
diversen
  1. bal!
  2. balt!
  5. gebald
  6. ballende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ballen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bollar ballen; bollen
bollarna ballen; kloten; testikels
glober ballen; bollen
testiklar ballen; kloten; testikels
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spela boll bal spelen; ballen

Verwante woorden van "ballen":


Wiktionary: ballen

Cross Translation:
FromToVia
• ballen → skitsnack ↔ ball — in plural - mildly vulgar slang - nonsense

Verwante vertalingen van bal



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bal (Zweeds) in het Nederlands

bal:

bal [-en] zelfstandig naamwoord

  1. bal (packe)
    de baal; de pak
    • baal [de ~] zelfstandig naamwoord
    • pak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. bal (dans)
    het dansfeest; het bal
    • dansfeest [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bal [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. bal (gala)
    het gala; groot bal
    • gala [het ~] zelfstandig naamwoord
    • groot bal [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baal bal; packe
bal bal; dans boll; galabal; ullboll
dansfeest bal; dans
gala bal; gala full stass; galabal; hovbal; hovfest; hovklädsel; regalier
groot bal bal; gala
pak bal; packe herrkostym; kostym

Wiktionary: bal

Cross Translation:
FromToVia
• bal → bal ↔ ball — formal dance
• bal → baal ↔ Ballen — lose Ware, die zum Transport zusammengebunden wurde, meist mit einem bestimmten Gewicht oder Volumen
• bal → bal ↔ bal — réunion, assemblée où l’on danser.

bål:

bål [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. bål (lusteld; eld; brasa)
    het vreugdevuur

Vertaal Matrix voor bål:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vreugdevuur brasa; bål; eld; lusteld

Synoniemen voor "bål":


Wiktionary: bål

Cross Translation:
FromToVia
• bål → vreugdevuur ↔ bonfire — large, outdoor controlled fire
• bål → vuur ↔ fire — something that has produced or is capable of producing this chemical reaction
• bål → punch ↔ punch — beverage
• bål → punch ↔ Bowle — kaltes, alkoholisches Mischgetränk auf Weißweinbasis, häufig mit Fruchtstücken
• bål → brandstapel ↔ bûcher — Amas de bois sur lequel on plaçait ceux qui avaient été condamnés au supplice du feu

Verwante vertalingen van bal







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0510 seconde
Page rendered in 1.0 seconds