Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
följd
|
aaneenschakeling; keten; opeenvolging; reeks; rij; serie
|
aaneenschakelingen; aanslag; afloop; effect; effecten; gevolgen; impact; opeenvolgingen; reeksen; resultaat; sequens; sequentie; uitkomst; uitwerking
|
kedja
|
aaneenschakeling; keten; ketting; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie; snoer
|
aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; keten; ketting; kluister
|
ordning
|
aaneenschakeling; opeenvolging
|
bestel; discipline; dwang; gehoorzaamheid; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; onderwerping; orde; ordelijkheid; samenstel; tucht
|
rad
|
aaneenschakeling; keten; opeenvolging; reeks; rij; serie
|
aaneenschakelingen; colonne; cyclus; file; gelid; opeenvolgingen; opvolging; reeks; reeksen; regel; rij; rij manschappen; rijtje; roeitochtje; serie; series; successie; vervolgdeel
|
räcka
|
aaneenschakeling; keten; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie
|
gelid; rij
|
sekvens
|
aaneenschakeling; keten; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie
|
reeks; sequens; sequentie
|
serie
|
aaneenschakeling; keten; opeenvolging; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie
|
aaneenschakelingen; feuilleton; opeenvolgingen; opvolging; reeksen; serie; successie; vervolgdeel; vervolgverhaal
|
sträng
|
aaneenschakeling; reeks; serie
|
kabeldraad; kabelgaren; snaar; tekenreeks
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kedja
|
|
binden; boeien; ketenen; kluisteren
|
räcka
|
|
aanbieden; aangeven; aanreiken; genoeg zijn; geven; komen tot; reiken; toereikend zijn; voldoende zijn
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sträng
|
|
gestreng; inspannend; niet toegevend; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; pittig; rigoureus; ruige; straf; streng; veeleisend
|