Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Zoek: stad

Nederlandse en Zweedse zoekresultaten voor: stad

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

stad:
- storstad; stad
Wiktionary:
- stad → stad, tätort
- stad → stad, tätort, by, köping, ort

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

stad:
- stad
sötad:
- zoet; gesuikerd
städ:
- aambeeld; aambeelden
Wiktionary:
- stad → stad
- stad → stad, gemeente, nederzetting, plaats
- sötad → zoet
- städ → aambeeld, aanbeeld
- städ → aambeeld, aanbeeld, aanbeeldsbeentje, aambeeldsbeentje

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stad (Nederlands) in het Zweeds

stad:

stad [de ~] zelfstandig naamwoord

de stad
storstad
- storstad [-en] zelfstandig naamwoord
de stad
stad
- stad

Vertaal Matrix voor stad:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
storstad	stad	metropool; reuzenstad; wereldstad
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stad	stad

Verwante woorden van "stad":

stads, stadje, stadjes

Verwante definities voor "stad":

grote plaats waar veel mensen wonen¹
- Amsterdam en Rotterdam zijn steden¹

Wiktionary: stad

stad

noun

Woonplaats
- stad → stad; tätort

Cross Translation:

From	To	Via
• stad	→ stad	↔ city — large settlement
• stad	→ stad; tätort	↔ town — settlement
• stad	→ stad	↔ Stadt — eine meist größere, zivile, zentralisierte, abgegrenzte Siedlung
• stad	→ stad	↔ cité — ville, surtout quand on vouloir en faire ressortir l’importance.
• stad	→ by; köping; ort	↔ localité — lieu habité.
• stad	→ stad	↔ ville — Zone urbaine fortement peuplée dans laquelle se concentre la majorité des activités humaines d’un pays

Verwante vertalingen van stad

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stad (Zweeds) in het Nederlands

stad:

stad

stad
de stad
- stad [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stad:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stad	stad	storstad

Synoniemen voor "stad":

stan; city

Wiktionary: stad

stad

noun

Woonplaats
- stad → stad; tätort

Cross Translation:

From	To	Via
• stad	→ stad	↔ city — large settlement
• stad	→ gemeente; stad; nederzetting	↔ town — settlement
• stad	→ stad	↔ Stadt — eine meist größere, zivile, zentralisierte, abgegrenzte Siedlung
• stad	→ stad; plaats	↔ cité — ville, surtout quand on vouloir en faire ressortir l’importance.
• stad	→ stad; plaats	↔ ville — Zone urbaine fortement peuplée dans laquelle se concentre la majorité des activités humaines d’un pays

sötad:

sötad bijvoeglijk naamwoord

sötad (sötat)
zoet; gesuikerd
- zoet bijvoeglijk naamwoord
- gesuikerd bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor sötad:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gesuikerd	sötad; sötat
zoet	sötad; sötat	söt; sött; ärlig; ärligt

Wiktionary: sötad

Cross Translation:

From	To	Via
• sötad	→ zoet	↔ sweet — containing a sweetening ingredient

städ:

städ [-ett] zelfstandig naamwoord

städ
het aambeeld
- aambeeld [het ~] zelfstandig naamwoord
städ
de aambeelden
- aambeelden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor städ:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aambeeld	städ
aambeelden	städ

Wiktionary: städ

städ

noun

techniek|nld gereedschap|nld het smeedblok waarop de smid het gloeiend metaal smeedt
- aambeeld → städ
het smeedblok waarop de smid het gloeiend metaal smeedt
- aanbeeld → städ

Cross Translation:

From	To	Via
• städ	→ aambeeld; aanbeeld	↔ anvil — block used in blacksmithing
• städ	→ aambeeld; aanbeeldsbeentje; aambeeldsbeentje; aanbeeld	↔ anvil — bone in inner ear

Verwante vertalingen van stad

¹Muiswerk Woordenboek