Nederlands
Uitgebreide vertaling voor norm (Nederlands) in het Zweeds
norm:
Vertaal Matrix voor norm:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
norm | maatstaf; norm; standaard | maatstaf; toetssteen |
standard | maatstaf; norm; standaard | standaard |
stöd | norm; standaard | assistentie; houvast; kost; medewerking; onderhoud; onderhoudsgeld; ondersteuning; ruggensteun; rugsteun; schoor; schraag; schraagpijler; steun; steuntje; stut; support; voedsel |
Verwante woorden van "norm":
Verwante definities voor "norm":
Verwante vertalingen van norm
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor norm (Zweeds) in het Nederlands
norm:
-
norm (standard)
-
norm (kriterium; rättesnöre)
Vertaal Matrix voor norm:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
maatstaf | kriterium; norm; rättesnöre; standard | måttband; tumstock |
norm | norm; standard | standard; stöd |
standaard | norm; standard | flagga; standard; stöd |
toetssteen | kriterium; norm; rättesnöre | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
standaard | som standard |