Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. daar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor daar (Nederlands) in het Zweeds

daar:

daar bijwoord

  1. daar (aangezien; omdat)
    • bijvoeglijk naamwoord
  2. daar (daarheen; die kant uit)
    ditåt
    • ditåt bijvoeglijk naamwoord
  3. daar (aangezien; vermits)
  4. daar (ginds; ginder; daarginds)
    därborta

Vertaal Matrix voor daar:

ConjunctionVerwante vertalingenAndere vertalingen
- aangezien; omdat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ditåt daar; daarheen; die kant uit
därborta aldaar; daar; daarginds; ginder; ginds naartoe
aangezien; daar; omdat alsdan; dan; destijds; indertijd; toen; toendertijd; toenmaals; toentertijd
med detta i åtanke aangezien; daar; vermits

Synoniemen voor "daar":


Verwante definities voor "daar":

  1. het woord noemt een reden1
    • daar ik hoofdpijn heb, wil ik nu gaan slapen1
  2. op die plaats1
    • daar ligt een boek1

Wiktionary: daar


Cross Translation:
FromToVia
daar på grund av because — on account
daar därför att; eftersom because — by or for the cause that; on this account that; for the reason that
daar den där; där borta over there — in that place
daar där there — in or at that place
daar där daörtlich, hinweisend: an dieser, jener Stelle, dort
daar ; eftersom dakausal: aus folgendem Grund
daar därför att; eftersom parce que — Sert à marquer la raison de ce qu’on a dit, le motif de ce qu’on a fait, la cause d’un événement.
daar där y — À cet endroit

Verwante vertalingen van daar