Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. batterij:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor batterij (Nederlands) in het Zweeds

batterij:

batterij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de batterij (accu; accumulator)
    batteri
    • batteri [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor batterij:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
batteri accu; accumulator; batterij accu

Verwante woorden van "batterij":

  • batterijen

Wiktionary: batterij


Cross Translation:
FromToVia
batterij batteri battery — device producing electricity
batterij batteri battery — coordinated group of artillery
batterij element; cell cell — component of an electrical battery
batterij batteri BatterieElektrotechnik: ein Energiespeicher und eine Stromquelle, die auf der Umwandlung von chemischer in elektrische Energie basiert
batterij batteri batterie — (vieilli) querelle où il y a des coups donnés.