Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- adverteren:
-
Wiktionary:
- adverteren → anmäla, annonsera, bebåda, meddela, introducera, offentliggöra, publicera
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor adverteren (Nederlands) in het Zweeds
adverteren:
-
adverteren (advertentie; aankondiging; annonceren; annonce; annoncering)
-
adverteren (werven; aantrekken)
-
adverteren (per advertentie aankondigen; annonceren)
Conjugations for adverteren:
o.t.t.
- adverteer
- adverteert
- adverteert
- adverteren
- adverteren
- adverteren
o.v.t.
- adverteerde
- adverteerde
- adverteerde
- adverteerden
- adverteerden
- adverteerden
v.t.t.
- heb geadverteerd
- hebt geadverteerd
- heeft geadverteerd
- hebben geadverteerd
- hebben geadverteerd
- hebben geadverteerd
v.v.t.
- had geadverteerd
- had geadverteerd
- had geadverteerd
- hadden geadverteerd
- hadden geadverteerd
- hadden geadverteerd
o.t.t.t.
- zal adverteren
- zult adverteren
- zal adverteren
- zullen adverteren
- zullen adverteren
- zullen adverteren
o.v.t.t.
- zou adverteren
- zou adverteren
- zou adverteren
- zouden adverteren
- zouden adverteren
- zouden adverteren
diversen
- adverteer!
- adverteert!
- geadverteerd
- adverterende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor adverteren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
annons | aankondiging; advertentie; adverteren; annonce; annonceren; annoncering | advertentie |
annonsera | aankondigen; bekendmaken; melden | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
annonsera | adverteren; annonceren; per advertentie aanbieden; per advertentie aankondigen | annonceren; een advertentie plaatsen; propaganda maken; reclame maken |
rekrytera | aantrekken; adverteren; werven | aannemen; aantrekken; aanwerven; in dienst nemen; inhuren; rekruteren; ronselen; werven |
Wiktionary: adverteren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• adverteren | → anmäla; annonsera; bebåda; meddela | ↔ annoncer — Faire connaître. |
• adverteren | → anmäla; annonsera; bebåda; introducera; meddela | ↔ introduire — Faire entrer une chose dans une autre. |
• adverteren | → offentliggöra; publicera; anmäla; annonsera; bebåda; meddela | ↔ publier — rendre public et notoire. |
Computer vertaling door derden: