Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. slaafs:
  2. slaaf:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slaafs (Nederlands) in het Zweeds

slaafs:

slaafs bijvoeglijk naamwoord

  1. slaafs (volgzaam; dienstbaar; gedienstig)
    hörsam; lydigt; hörsamt
  2. slaafs (onderworpen; onderdanig; serviel; knechts)
    slaviskt; trälaktigt; servil; slavisk

Vertaal Matrix voor slaafs:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hörsam dienstbaar; gedienstig; slaafs; volgzaam
hörsamt dienstbaar; gedienstig; slaafs; volgzaam
lydigt dienstbaar; gedienstig; slaafs; volgzaam gehoorzaam
servil knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
slavisk knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
slaviskt knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
trälaktigt knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs

Verwante woorden van "slaafs":


Wiktionary: slaafs


Cross Translation:
FromToVia
slaafs krypande; underdånig obsequious — fawning, subservient
slaafs slavisk; trälaktig slavish — in the manner of a slave

slaafs vorm van slaaf:

slaaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de slaaf (lijfeigene)
    träl; slav
    • träl [-en] zelfstandig naamwoord
    • slav [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slaaf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slav lijfeigene; slaaf dienstslaaf; verslaafde
träl lijfeigene; slaaf horige

Verwante woorden van "slaaf":


Wiktionary: slaaf


Cross Translation:
FromToVia
slaaf slav; slavinna; träl slave — person owned by another