Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- nek:
- nekken:
- Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- nek:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor nek (Nederlands) in het Zweeds
nek:
Vertaal Matrix voor nek:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
nacke | hals; nek | |
- | hals |
Verwante woorden van "nek":
Synoniemen voor "nek":
Verwante definities voor "nek":
Wiktionary: nek
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nek | → hals | ↔ neck — the part of body connecting the head and the trunk found in humans and some animals |
• nek | → hals | ↔ Hals — Anatomie: Körperteil, Verbindung von Kopf und Rumpf |
• nek | → hals | ↔ cou — anatomie|fr partie du corps qui joindre la tête aux épaules. |
• nek | → nacke | ↔ nuque — anatomie|fr partie dorsale du cou. |
nekken:
-
nekken (in de war sturen; ruïneren; bederven; verzieken)
Conjugations for nekken:
o.t.t.
- nek
- nekt
- nekt
- nekken
- nekken
- nekken
o.v.t.
- nekte
- nekte
- nekte
- nekten
- nekten
- nekten
v.t.t.
- heb genekt
- hebt genekt
- heeft genekt
- hebben genekt
- hebben genekt
- hebben genekt
v.v.t.
- had genekt
- had genekt
- had genekt
- hadden genekt
- hadden genekt
- hadden genekt
o.t.t.t.
- zal nekken
- zult nekken
- zal nekken
- zullen nekken
- zullen nekken
- zullen nekken
o.v.t.t.
- zou nekken
- zou nekken
- zou nekken
- zouden nekken
- zouden nekken
- zouden nekken
en verder
- ben genekt
- bent genekt
- is genekt
- zijn genekt
- zijn genekt
- zijn genekt
diversen
- nek!
- nekt!
- genekt
- nekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor nekken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
misslyckas | bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken | afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; klungelen; klunzen; knoeien; misgaan; mislopen; mislukken; prutsen; stranden; stuntelen; te kort schieten; tegenvallen; verkeerd lopen |
ställa till | bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken | |
trassla | bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken |
Verwante woorden van "nekken":
Verwante vertalingen van nek
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor nek (Zweeds) in het Nederlands
nek:
-
nek (havrekärve; sädeskärve; vetekärve)
de korenschoof
Vertaal Matrix voor nek:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
korenschoof | havrekärve; nek; sädeskärve; vetekärve |